Rhijnstroom te Alphen aan de Rijn

 

Locatie

Rhijnstroom ligt aan de Raadhuisstraat in Alphen aan de Rijn. 

 

Google Maps


Grotere kaart weergeven

 

Ontstaan 

Wanneer Rhijnstroom werd gebouwd is niet bekend, maar dit zal rond 1720 zijn geweest. Reinier van Uijlenburg, Heer van Honswijk en zijn echtgenote Johanna bakker waren de eerste eerste bewoners.  

Geschiedenis 

Na het overlijden van Johanna bakker, in 1756, werd de buitenplaats door de erfgenamen verkocht aan Cornelis Londt, die er al sinds 1749 woonachtig was met zijn vrouw Adriana Elizabeth de Wit. Cornelis woonde er tot zijn dood in 1788  

In 1803 werd de buitenplaats, door Haro Joachim Coster, uitgebreid met 4 morgen land.

Bij het overlijden van Haro Joachim Coster in 1830 werd het goed omschreven als een huis met schuur en erf. Achter het huis lag een boomgaard omgeven door een bos,aangeduid als  een lustplaats. In het bos bevond zich een water als lustplaats ofwel een vijver. Ten noorden van de boomgaard lag nog een tuin, waarschijnlijk een moestuin. Het geheel werd omgeven door weilanden aangekocht in 1803

Rond 1838 werd er door Jan Godfried Coster in het bos een koepel neergezet. Deze koepel werd in 1879 door de toenmalige eigenaar afgebroken.

Gedurende de periode 1854-1869 werd het huis verbouwd, wat deze verbouwing inhield is niet bekend, wel dat er een kamer werd gebruikt als gemeentesecretarie.

In een advertentie in 1875 over de openbare verkoop van de buitenplaats Rhijnstroom staat, dat het alleen om de buitenplaats met toebehoren gaat, de uitbreiding uit 1803 word niet meer genoemd. Deze is in de loop der tijd al van de hand gedaan.  In een tweede advertentie word de buitenplaats in twee percelen te koop aangeboden, het eerste perceel bevat het herenhuis met lustplaats, het tweede perceel het koetshuis met moestuin.

Het herenhuis komt in handen van Catharina van der Eijk en een gedeelte van de lustplaats komt in handen van Johannes Catharinus van Kerkwijk. In 1877 wordt Rhijnstroom aangekocht door van Kerkwijk.

In 1890 wordt de buitenplaats omschreven als huis, schuur en lustplaats, verkocht aan Cornelis Johannes de Wit die het als hotel in gebruik neemt.

De voorgevel van het huis, (waarschijnlijk wit gepleisterd) werd gedomineerd door een monumentale ingangspartij, bestaande uit een door vakwerken ingedeelde dubbele deur met daarboven een balkon. Aan beide zijden van de ingang bevonden zich twee vensters met schuiframen, deze konden door zonneblinden worden afgedekt. De bovenverdieping bezat eveneens vier vensters met schuiframen en zonneblinden. Men kwam op het balkon door twee naar binnen openslaande deuren.  Op de hoeken van het dak twee schoorstenen en boven de ingangspartij een dakkapel. De achtergevel van het pand had ongeveer dezelfde indeling, al was het balkon groter en mooier versierd. Aan weerszijden van het rechthoekige huis waren nog twee aanbouwen.

 

Het herenhuis zal in eerste instantie acht of negen vertrekken hebben gehad. De benedengang scheidde het pand in twee delen. Links en rechts naast de voordeur waren de twee voorkamers, achter de rechtervoorkamer bevond zich een suite en achter de linker waarschijnlijk de keuken. Het is ook mogelijk dat de keuken in een van de aanbouwen was gesitueerd. Aan de zijkant in het midden van de gang bevond zich vermoedelijk het trappenhuis. De bovenverdieping werd ook door een gang doormidden gesneden. Hier waren waarschijnlijk vier slaapkamers met bad­gelegenheid. Alle kamers in het huis hadden een schouw of een schoorsteenmantel, die was aangesloten op de twee schoorstenen. De plafonds van de kamers zullen versierd zijn geweest met gipsen ornamenten of met schilderingen. De zolder­verdieping werd gebruikt als opslagruimte en als verblijfplaats voor het personeel. Of de bovenverdieping door De Wit in meer kamers is onderverdeeld, is niet bekend. Het lijkt wel waarschijnlijk, want voor een hotel zouden er anders wat weinig kamers zijn geweest. Achter het huis begon de prachtig aangelegde tuin, met daarachter het magnifieke wandelbos. 

In 1895 wordt de Martha-stichting eigenaar van het buiten. De Martha- Stichting nam onverzorgde kinderen op. 

In 1923 besluit de stichting een nieuwe woning te bouwen achter het oude huis waarna het oude huis wordt afgebroken. De Rijnbode van 24 december 1924 staat nog even stil bij de sloop van de oude woning met het volgende artikel:

'De Martha-Stichting heeft het gebouw dat zoo zoetjesaan in deplorabelen toestand verkeerde niet meer noodig en het moest opgeruimd worden. Men behoeft er geen bedroefd gezicht bij te zetten, het voorname huis van weleer was onfraai overblijfsel geworden met scheefgezakte balcon en verschilferde muren..........' 

Zo kwam er een roemloos einde aan een meer dan tweehonderd jaar  buitenplaats. 

 

Eigenaar/

Bewoners

1720?/1745 - Reinier van Uijlenburg met zijn vrouw Johanna bakker. 

1745/1756 - Johanna bakker weduwe van Reinier van Uijlenburg.

1749/1788 - Cornelis Londt met zijn vrouw Adriana Elizabeth de Wit 

(†1760)

1788/1807 -

1807/1827 - Haro Joachim Coster. Haro is drie maal getrouwd

geweest, met Maria Margaretha von Weismantel, met Catharine de Reus en met Johanna de Bleijker. 

1827/1842 - Jan Godfried Coster, zoon van Haro.

1842/1853 - mr. Gerardus Wouter Verweij Mejan ( †1760) met zijn

vrouw Henriëtta Elizabeth, barones van Reede van Oudtshoorn.

1853           - Jacob Schouten, kostschoolhouder te Gouda

1853/1854 - Barend van Spreekens 

1854           - Bernardus van den Berkhof, koopman te Utrecht.

1854/1869 - mr Albertus Jongkindt Coninck, burgemeester van

Aarlanderveen, gehuwd met Maria Catharina Leembruggen (†1866)

1869           - Vliegenthart, timmerman te Oegstgeest

1869/1875 - Henri Francois Fijnje, gepensioneerd hoofdingenieur van

de Waterstaat, getrouwd met Johanna Abramina Zurich.

1876/1877 - Bernard ten Broeke Hoekstra,Griffier bij het kanton-

gerecht te Alphen, gehuwd met Sophia Kierdorff

1877/1890 - Johannes Catharinus van Kerkwijk (eigenaar)

 

Bewoners

1878/1885 - Cornelis Dirk Meurs gehuwd met Janna Trijntje van der

Linden en twee kinderen.

 

1886/1889 - Johan Jacob Arnold Hendrik Clignett, echtgenote

Elisabeth Caroline Krans en zeskinderen

1890/1894 - Cornelis Johannes de Wit, hotelier, met zijn vrouw Dirkje

Overvoorde en hun twee kinderen.

1894           - Bernardus Wilhelm Graswinckel, fabrikant 

1894/1895 - Riender Mulder, hotelier, met zijn echtgenote Anna

Francisca Bierman en hun vier zonen

1895           - Martha-Stichting    

 

Huidige situatie

Woning uit 1923 in klassieke stijl. Op de zuiderlijke vleugel een timpaan met de tekst: De heer zal voorzien. Het huis wordt particulier bewoond.

Het park in Engelse landschapstijl is vrij toegankelijk.  In de kerk van de Martha stichting is een theater gevestigd. Verder staan er door het park een aantal gebouwen die dienst gedaan hebben als kindertehuis, school of ziekenhuis.

 

Foto's

(Groene Hart archieven)

Foto   1:  Huize Rhijnstroom rond 1900
Foto   2:  Huize Rhijnstroom rond 1905
Foto   3:  Huize Rhijnstroom rond 1905
Foto   4:  Huize Rhijnstroom rond 1905
Foto   5:  Achterzijde huize Rhijnstroom rond 1905
Foto   6:  Interieur directeurskamer Huize Rhijnstroom rond 1905
Foto   7:  Huize Rhijnstroom rond 1910
Foto   8:  Achterzijde huize Rhijnstroom rond 1910
Foto   9:  Achterzijde huize Rhijnstroom rond 1915

Foto 10:  Het in 1924 gebouwde huis Rhijnstroom rond 1925

Foto 11:  Het in 1924 gebouwde huis Rhijnstroom rond 1930

Foto 12:  Achterzijde van het in 1924 gebouwde huis Rhijnstroom rond 1930

Bronnen

Op pad in... Rijnstroom en Berendrecht

 

©2005 http://www.kasteleninzuidholland.nl

Google Maps 14-07-08